Reisplakboek

Naar Egypte met een kapotte motor (deel 2)

Toen we eenmaal alle papieren hadden geregeld en een beetje prettig gesettled waren in het knusse Bob Marley hotel was het tijd om eens naar de motor te gaan kijken.
Hij werd in de kamer gezet en al gauw lag het blok op een stuk karton.
Zoals we al dachten was er een klepzitting uitgevallen, en die was er niet meer in te zetten: hij was in stukken gebroken, ik had er een paar uit de uitlaat zien komen. Verder was er eigenlijk erg weinig schade: één van de kleppen was een beetje krom.


Tja, dan moet je kiezen: laten we het maken, of laten we een andere cylinderkop opsturen uit Nederland?
We kozen voor het laatste, na overleg met de ANWB.
Vanwege onze reis-en kredietbrief zouden zij het versturen regelen; we hadden zelf een betrouwbaar contact in Nederland
met ruime kennis van motoren en slopers, dus ze hoefden niet voor ons op zoek naar een andere kop. De ANWB-medewerker klonk duidelijk opgelucht aan de telefoon.

We zouden wel naar Cairo moeten gaan om ons pakje op te halen, want de service van de DHL strekte niet tot in Zuid-Egypte. Maar diezelfde RKB dekte ook daarvoor de kosten.
We besloten met de trein te gaan. De andere motor werd voor de veiligheid ook in de hotelkamer gestald, de deur ging op slot, en de manager werd ervan op de hoogte gesteld dat we voorlopig geen schone lakens nodig hadden.

Naar Cairo gaan is één ding (zeker met een snelle, comfortabele en moderne Egyptische trein, die insh'Allah - zo God het wil- waarachtig beter op tijd rijdt dan de treinen in Nederland), een pakket lospeuteren uit de handen van de Egyptische douane is iets heel anders.
Voordat we de cylinderkop daadwerkelijk in handen hadden stroomde er nog heel wat water door de Nijl. En zelf hadden we geen haast gehad, ware het niet dat ons dure visum bezig was te verlopen.
Het hele proces werd niet bepaald versneld door de vriendelijke mensen bij de ANWB, die zich behulpzaam opstelden, maar niet al te slagvaardig.
Zo had dat pakket natuurlijk niet in Nederland hoeven te liggen wachten tot we vanuit Cairo konden melden dat we daar waren aangekomen.
En zo is het ook handig om even op te zoeken hoe laat het in Cairo is, als je hebt afgesproken om op een bepaalde tijd te
bellen. Dat soort dingen.

Maar als je toch in Cairo bent, ga je natuurlijk niet op een suffe kamer in je backpackershotelletje blijven wachten tot je tijd erop zit, dan ga je op verkenning.
Dat deden we dan ook. We hebben vele kilometers gelopen om de stad te bekijken, we hebben het British Museum bezocht, waar schitterende kunstschatten losjes door elkaar gegooid liggen te verstoffen, en natuurlijk ook de pyramides van Gizeh. (Giza, heet het hier.)
Vanaf een dromedaris, zoals het hoort. Dan maar even het toeristen-ding doen, je wilt toch niet terug naar Europa zonder een paar van die vaste attracties te hebben meegepakt.

Nou ja, wat kan ik erover zeggen: de pyramides zijn (nog) groter en indrukwekkender dan ze er op de plaatjes uitzien, de Sphinx is een stuk kleiner, en zo'n dromedaris zit aanzienlijk harder dan je zou verwachten van een dier waar zo veel hooi ingaat. Het is wonderlijk om te zien dat de pyramides, die op foto's worden afgebeeld alsof ze midden in de eindeloze woestijn liggen, in werkelijkheid dicht door de stad worden genaderd. Vanuit sommige buitenwijken van de stad zijn ze heel goed te zien, en dat is een fraaie aanblik.
Het was al met al de moeite waard.

In 'ons' straatje in Cairo was niet alleen een sapbar waar de heerlijkste sapjes voor je ogen werden uitgeperst, het was er ook markt. Elke dag, en tot 's avond heel laat. Je kon er om twee uur 's nachts nog bananen en felrode, glanzende verse dadels kopen. Ze hadden zelfs dure en exotische fruitsoorten zoals appels, helemaal uit Frankrijk!
Ook in Cairo hebben we ons een slag in de rondte gegeten. De kilo's die we eerder tijdens de reis waren kwijtgeraakt begonnen alweer een beetje terug te komen.

Zo gauw het kon haastten we ons terug naar Aswan met onze kostbare last, zetten we de motor in elkaar, en pakten we onze spullen in. Het was tijd om het land te verlaten; morgenochtend ging het konvooi naar Luxor.
Gelukkig mochten we de prachtige Sinai op eigen houtje oversteken, en aan het eind daarvan wachtte de boot naar Jordanië, waarmee we het verboden Israëlische grondgebied konden vermijden, zodat we later geen problemen zouden krijgen om Syrië binnen te komen.
Precies op de dag waarop ons visum afliep, verlieten we Egypte.

Soms is reizen net een puzzel. En deze paste wel heel precies.

Terug naar de index