Reisplakboek

De dag dat mijn motor stuk ging

Kleien huis langs de Nijl.Op de dag dat mijn motor stuk ging waren we nog steeds in Sudan. We waren bezig om min of meer langs de Nijl de 'doorgaande' route te volgen naar Wadi Halfa, de noordelijkste stad van het land, en de haven waar de boot naar Egypte vertrekt. Die moet je bijna wel nemen omdat de weg ter plekke is afgesloten over honderden kilometers. Het enige alternatief is de kustweg en die wordt afgeraden.

We hadden een paar leuke ontmoetingen achter de rug: de avond van de vorige dag hadden we doorgebracht met een reisgezelschap uit ZuidAfrika, dat onderweg was in een zeer oude auto, en gisteravond hadden we in een klein dorp onderdak gekregen bij een dadelhandelaar. Erg aardige mensen en in goeden doen kennelijk, ze hadden een behoorlijk groot huis en zetten bedden voor ons op de binnenplaats. 's Avonds was er een dansavond waar we met plezier naar kwamen kijken en we sliepen heel goed. Voor het eerst met dekens die je vanaf een uur of vijf nodig bleek te hebben. 's Morgens kregen we een ontbijt dat nog het meest leek op (een soort) pannenkoeken met (een soort) stroop!

Mijn XL liep niet mooi. Al een paar dagen niet. Een van de kleppen leek een onvoorspelbare wisselende speling te hebben. Maar we wilden toch zien of we ermee in Egypte konden komen. Dat was nog zo'n 200 kilometer over het extreemste wasbord dat we tot nog toe hadden gezien. Naast de weg rijden ging niet want overal waar dat kon (er lagen veel grote stenen) was dat al lang gedaan en was er dus ook wasbord. Er reden daar geen 4x4's. Alleen 6-wiel aangedreven vrachtwagens. Het landschap was ruig, heuvelig, en ruwe rotsen en stenen waren het enige dat er te zien was. Geen begroeiing. Geen dorpen.

De weg naar Wadi Halfa.Na een kleine 100 kilometer 'zwemmen' over het wasbord klonk de XL wel vrij beroerd en ik maakte me ook wat zorgen over de hoeveelheid benzine. Er zou geen dorp meer komen en wasbord rijden verbruikt nogal wat. Ik zag drie huizen waarvan er 1 ingestort was en dacht: laat ik hier maar stoppen, blijven we steken dan liever hier. Het was een kleine truckstop, de enige huizen in de wijde omgeving. Er was water in grote kruiken, er was een afdak voor schaduw (erg belangrijk), en je kon er bonen eten. De eigenaar woonde er met vrouw en drie kindertjes.

De XL wilde inderdaad geen slagje meer doen toen ik hem eenmaal had uitgezet. Nader onderzoek wees uit dat er geen enkele compressie meer was en dus was starten uitgesloten. Hem ter plekke uit elkaar sleutelen leek ons niet echt handig dus we besloten dat ik daar zou blijven terwijl Gerben (met de benzine uit mijn tank) naar Wadi Halfa zou rijden om vervoer te regelen. We wilden de boot niet missen want die ging maar eens per week. En dat was morgen!

Gerben reed rond half twaalf 's morgens weg en daar zat ik dan. De mensen waren erg aardig maar we konden niet veel woorden wisselen. Toch boden ze me aan een hapje mee te eten met moeder en de kinderen (mannen eten afzonderlijk): rijst met suiker. Ik op mijn beurt gaf de kinderen elk een ballon uit de koffer en dat werd natuurlijk gewaardeerd. Die middag duurde knap lang. Ik las mijn leesboek, repareerde Gerben's rugzak en speelde mondharmonica voor de kinderen, wat ze met grote ogen aanhoorden. Toen ik plaatjes ging tekenen in het zand deden ze mee. We tekenden om de beurt een beestje of iets anders.

De (warme) middag ging voorbij en het werd donker maar nog geen Gerben. Er werd gegeten: foel (bruine bonenpot) en brood. Ik at niet veel. Ik had niet zo'n honger met die warmte en ik voelde me toch een beetje alleen in die grote woestijn. Gerben en ik waren al maanden lang niet langer dan een uurtje zonder elkaar geweest. Tegen negen uur besloot ik maar te gaan slapen. Ik rolde mijn matje uit en kroop in mijn slaapzakje.

Tegen tien uur was er een truck! Gele koplampen naderden door de woestijn. Gerben kon het niet zijn want hij kwam uit de verkeerde richting. De chauffeurs en monteur stopten voor thee en bonen. Terwijl ze zaten te eten naderde er een tweede truck. En daar zat Gerben in! Hij was met een gangetje van 25 per uur aan komen hobbelen uit Wadi Halfa. Harder ging niet vanwege de toestand van de weg. Ik was erg blij Gerben en de mannen die bij de truck hoorden te zien! Natuurlijk moesten er eerst bonen en thee komen. Daarna pakten we snel in, tilden met z'n allen mijn arme XL achterin de grote vrachtwagen en gingen op weg. Het was kiezenrammelend, allesdoorelkaarschuddend, misselijkmakend en oorverdovend maar vier uur later kwamen we in Wadi Halfa aan en we namen meteen ons intrek in het enige hotel. Toen we twee bedjes uitzochten op de binnenplaats werden we begroet door een Nederlander die daar samen met zijn makker al weken op de platte, voor auto's geschikte boot naar Egypte wachtte. Zullen we het daar morgen maar verder over hebben, vroeg hij slaperig. En dat deden we.

Terug naar de index